Een wet, zeggenschap over het geld en bij de minister blijven. Dat is het wensenlijstje dat de Inspectieraad bij de informateur heeft neergelegd. De rijksinspecties kiezen positie als ‘tegenkracht’, die het perspectief van de burger ‘nog meer dan voorheen’ centraal wil stellen.
De Inspectieraad heeft zich aangesloten in de rij van organisaties die op tafel willen liggen van informateur Tjeenk Willink. De brief sluit aan bij het standpunt dat de Inspectieraad eerder heeft ingenomen.
De rijksinspecties schrijven dat zij zelf hun prioriteiten willen bepalen, met zeggenschap over de ‘beschikbare budget-ten’. Dit zou de geloofwaardigheid van het onpartijdig optreden bevorderen.
Een Wet op de rijksinspecties moet een sterkere juridische basis onder hun ‘onafhankelijke positie’ bieden;
“Door de rollen van de inspecties duidelijk te benoemen en juridisch te verankeren kunnen we tegenspel bieden tegen de perceptie bij het publiek dat inspecties zich in hun oordeelsvorming zouden laten beïnvloeden door wat politiek of beleidsmatig gezien ‘het beste uitkomt’.”
De rijksinspecties willen onderdeel blijven van ministeries omdat ze zo meer impact verwachten te hebben dan wanneer hun organisaties buiten de departementen zouden worden geplaatst.
Tegenkracht
De rijksinspecties presenteren zich als ‘tegenkracht’ die kan bijdragen aan het vergroten van het publieke vertrouwen in het functioneren van de overheid.
“Rijksinspecties kunnen bijdragen aan vertrouwen door als tegenkracht binnen de overheid de vinger op de zere plek te leggen. En door te benoemen wat goed gaat. Daarbij willen we nog meer dan voorheen het perspectief van de burger centraal stellen.”
De rijksinspecties willen burgers, bedrijven en organisaties) meer betrekken bij de afwegingen die in het toezicht worden gemaakt.
(PvD)
Categorieën:Geen categorie
ToezichTTafel 