Enquêtecommissie: toezichthouder moet kunnen escaleren

De Enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen wil dat toezichthouders meer mogelijkheden krijgen om te “escaleren”. Zij moeten hun zorgen kunnen delen met de Tweede Kamer en de ministerraad.

De commissie constateert in Groningers boven gas dat in nagenoeg iedere parlementaire enquête de vraag naar de rol van de toezichthouder belangrijk is. “Zo ook in dit onderzoek, waar de toezichthouder een cruciale rol speelde in het afdwingen van veiligheid voor Groningers.” De enquête leidt niet tot kritiek op de toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen, maar tot een pleidooi voor versterking van zijn “rol”.

Mogelijkheden

Voor het uitbreiden van de escalatiemogelijkheden bestaan verschillende mogelijkheden. De commissie vindt het van belang dat inspecties ook de bevoegdheid krijgen om een wezenlijk punt van zorg rechtstreeks onder de aandacht te brengen van de Tweede Kamer. Dit in aanvulling op een recent initiatief van de Tweede Kamer om in haar Reglement van Orde op te nemen dat een Kamerminderheid (van minimaal 50 leden) een inspecteur-generaal voor een rondetafelgesprek, hoorzitting of technische briefing kan uitnodigen.

De commissie adviseert om daarnaast in de wet de escalatiemogelijkheid in te bouwen om het kabinet in te schakelen indien een inspecteur-generaal onvoldoende gehoor vindt bij de vakminister. De commissie stelt voor om inspecteurs-generaal het recht te geven hun advies over systemen die too big to fail zijn, toe te lichten in de ministerraad. Het kabinet als geheel kan dan de afweging maken of het advies van de toezichthouder gevolgd moet worden, of dat andere belangen prevaleren.”

Collegiaal bestuur

De commissie heeft zich laten inspireren door het slotpleidooi in het verhoor van inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren. Hij pleitte voor een collegiaal bestuur bij rijksinspecties (net zoals bij markttoezichthouders). De commissie adviseert in de komende Wet op de rijksinspectie de mogelijkheid op te nemen dat rijksinspecties kunnen kiezen voor collegiaal bestuur. Ook een raad van toezicht moet mogelijk zijn.

Werkprogramma

“De commissie meent dat het onderzoek van het Groningendossier laat zien hoe nuttig het kan zijn wanneer een inspectie zelfstandig een werkprogramma kan opstellen, zelfstandig haar adviezen kan versturen en de Tweede Kamer desgevraagd te woord kan staan zonder afhankelijkheid van de minister of de departementsleiding. Verder is het belangrijk dat afwegingen over budget en personeel van een inspectie maximaal transparant plaatsvinden, ook voor de Kamer. Het zijn voorbeelden van waarborgen voor onafhankelijk toezicht die ook terugkomen in de aanbevelingen die de Inspectieraad heeft gedaan voor de nieuwe Wet op de rijksinspecties.”

Staat van

De commissie bepleit een jaarlijks advies van de toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen, de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman hier [over de Staat van de Groningse schadeafhandeling en versterking; RV] adviezen over uitbrengen.

De Tweede Kamer kan op basis van de rapportage jaarlijks een plenair debat houden, maar niet nadat relevante partijen (waaronder de genoemde toezichthouder en ombudsmannen) door de Kamer in een rondetafelgesprek of hoorzitting gehoord zijn. Een dergelijke Staat van de Groningse schadeafhandeling en versterking kan met name op de (middel)lange termijn de aandacht voor de voortgang in Groningen behouden.

Categorieën:Geen categorie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s