Affaire Vie d’Or

Vie d’Or was een levensverzekeringsmaatschappij die onder toezicht stond van de Verzekeringskamer (VK, in 2004 opgegaan in DNB). Naar aanleiding van het faillissement in 1995 verweten de polishouders van Vie d’Or dat de VK onrechtmatig gehandeld had door te verzuimen een stille bewindvoerder aan te wijzen die wellicht het faillissement had kunnen voorkomen. De belangrijkste vraag die hieruit voortvloeide was hoe de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm voor toezichthoudende organisaties met beleidsvrijheid moest worden ingevuld.

De Hoge Raad ontwikkelde een toonaangevend geworden kader waaraan behoorlijk en zorgvuldig toezicht dient te worden getoetst. Zowel waarborgelementen (lees: de algemene beginselen van behoorlijk bestuur) als instrumentele elementen (doelmatigheid en de effecten van het optreden) spelen hierin een rol. Daaruit volgt dat van de toezichthouder een actieve houding kan worden verlangd gericht op het vinden van de optimale verhouding tussen de effecten van het optreden enerzijds en de behartiging van de belangen van de consumenten anderzijds.

Bron: Beginselen van goed markttoezicht (proefschrift Margot Aelen, 2014, § 8.2.1)

Zie ook:

Laatste update: 6-4-2022

Ben je het niet eens met iets in deze beschrijving, is het niet meer up-to-date, heb je een aanvulling of werkt een link niet? Stuur ons dan even een mailtje. Dan kijken we er even naar en kunnen we het eventueel aanpassen.
Het gebruik van de kenniskaarten is gratis. Gelieve bij het gebruik van de kenniskaarten in publicaties te refereren aan dit toezichtcompendium of de betreffende kenniskaart, inclusief een link. Alvast bedankt voor de moeite!