Straf

Als een verdachte schuldig bevonden is aan een strafbaar feit kunnen strafrechters een straf opleggen. Ook bestuursorganen (bestuurlijke boete en bestuurlijke strafbeschikking) en de officier van justitie (strafbeschikking) kunnen straffen uitdelen.

Een straf heeft meestal als doel:

  • vergelding (leedtoevoeging). Dat kan bijvoorbeeld door het afnemen van vrijheid of geld;
  • voorkomen van recidive;
  • afschrikking;
  • helpen en opvoeden (in geval van jeugdstrafrecht), bijvoorbeeld met een werk– of leerstraf.

Welke straf gegeven wordt, hangt onder andere af van:

  • wat het strafbare feit is;
  • de omstandigheden waaronder het strafbare feit is gepleegd;
  • de persoonlijke omstandigheden van de dader;
  • de gevolgen van het strafbare feit voor het slachtoffer.

Een strafrechter kan (maar is niet verplicht) voor het bepalen van een straf gebruik te maken van oriëntatiepunten die zijn opgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) van de Rechtspraak.

Kinderen van 12 jaar of jonger kunnen niet vervolgd en dus ook niet bestraft worden.

Er kunnen overigens ook maatregelen tegen overtreders worden genomen die formeel gezien geen straf zijn maar wel als zodanig kunnen worden ervaren of gezien. Denk bijvoorbeeld aan naming and shaming, last onder dwangsom en verscherpt toezicht.

Zie ook:

Laatste update: 15-4-2024

Ben je het niet eens met iets in deze beschrijving, is het niet meer up-to-date, heb je een aanvulling of werkt een link niet? Stuur ons dan even een mailtje. Dan kijken we er even naar en kunnen we het eventueel aanpassen.
Het gebruik van de kenniskaarten is gratis. Gelieve bij het gebruik van de kenniskaarten in publicaties te refereren aan dit toezichtcompendium of de betreffende kenniskaart, inclusief een link. Alvast bedankt voor de moeite!