Afluisteren

Opsporingsorganisaties mogen gericht personen of organisaties afluisteren als dat voor een lopend onderzoek noodzakelijk is. Het kan daarbij gaan om telefonische gesprekken (telefoontap), maar ook om online communicatie zoals mails, chats en sms-berichten. Ook het opnemen van gesprekken met microfoons valt daaronder.

De Zesde afdeling van het Wetboek van Strafvordering geeft regels voor afluisteren. De officier van justitie mag bevelen dat een opsporingsambtenaar voor het stelselmatig volgen of observeren van een persoon een technisch hulpmiddel aanwendt (behoudens vertrouwelijke communicatie met bv een advocaat). Het bevel wordt gegeven voor een periode van ten hoogste drie maanden en kan telkens met maximaal drie maanden worden verlengd. En afluisteren mag alleen als gaat om een misdrijf waarop ten minste vier jaar gevangenisstraf staat.

Het onderzoeken van digitale datastromen/massacommunicatie valt niet onder de term afluisteren omdat dat niet het analyseren van de communicatie van één persoon of organisatie betreft maar op een omgeving is gericht (megadata).

Zie ook:

Laatste update: 9-2-2024

Ben je het niet eens met iets in deze beschrijving, is het niet meer up-to-date, heb je een aanvulling of werkt een link niet? Stuur ons dan even een mailtje. Dan kijken we er even naar en kunnen we het eventueel aanpassen.
Het gebruik van de kenniskaarten is gratis. Gelieve bij het gebruik van de kenniskaarten in publicaties te refereren aan dit toezichtcompendium of de betreffende kenniskaart, inclusief een link. Alvast bedankt voor de moeite!