Geweldstoepassing en -middelen

De basis van het toepassen van geweld door de politie is geregeld in Artikel 7 van de Politiewet 2012. Lid 9 van dat artikel is de basis voor geweldstoepassing door buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s).

Politieagenten en boa’s kunnen beschikken over geweldsmiddelen. Dat kunnen handboeien, wapenstok, pepperspray, surveillancehond en/of vuurwapen zijn.

In de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar staan -per domein- de voorwaarden waaronder deze middelen kunnen worden toegekend. Een criterium waarop wordt bepaald tot toekenning van de geweldsmiddelen is het noodzaakcriterium. In paragraaf 3.2 van de beleidsregels staat de toekenning van geweldsmiddelen nader toegelicht. Geweldsmidddelen zijn als volgt toegekend aan de verschillende boa-domeinen:

geweldsmiddel ↓ \ domein →123456
Handboeien
Wapenstok
Pepperspray
Surveillancehond
Vuurwapen
Ingehuurde boa’s in domein 1, 3 en 4 kunnen alleen beschikken over handboeien. Handboeien voor boa’s worden gezien als geweldsmiddelen, bij de politie niet. Zie voor domeinindeling de kenniskaart buitengewoon opsporingsambtenaar (boa)

Boa’s met politiebevoegdheden en geweldsmiddelen moeten voldoen aan de eisen van de Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar en ambtenaren van bijzondere opsporingsdiensten.

Zie ook:

Laatste update: 26-2-2024

Ben je het niet eens met iets in deze beschrijving, is het niet meer up-to-date, heb je een aanvulling of werkt een link niet? Stuur ons dan even een mailtje. Dan kijken we er even naar en kunnen we het eventueel aanpassen.
Het gebruik van de kenniskaarten is gratis. Gelieve bij het gebruik van de kenniskaarten in publicaties te refereren aan dit toezichtcompendium of de betreffende kenniskaart, inclusief een link. Alvast bedankt voor de moeite!